El Ostional, ooit van gehoord? Wij ook niet totdat wij
noodgedwongen naar accommodatie moesten zoeken op deze witte plek op de kaart. Soms gaat het reizen wel eens mis, mislukken plannen en beland je op plekken waar je aanvankelijk niet wilt zijn. El
Ostional is zo´n plek, de witte vlek op de toeristenkaart van Nicaragua. Echter, als er iets is dat het reizen ons heeft geleerd is dat het niet uitkomen of mislukken van plannen slechts een
tijdelijk gevoel van onbehagen geeft en dat het uiteindelijk leidt tot de mooiste herinneringen. Wanneer plannen mislukken en je niet kunt terugvallen op hulpmiddelen zoals de Lonely Planet dan ben
je op jezelf en je omgeving aangewezen, dan zie je dingen die anderen overslaan en ben je overgeleverd aan de genade van het land en de cultuur waarin je bent beland. Is dat vervelend? Integendeel,
wat mij betreft is het zoals Henry Miller het ooit heeft gezegd: ' it is far more important to discover a church that no one else has ever heard of than to go to Rome and feel obliged to visit the
Sistine Chapel with two hundred thousand other tourists bellowing in your ear.' Zodoende kan ik jullie nu mededelen dat El Ostional zeker een bezoekje waard is!
Na Ometepe wordt onze reis voortgezet naar de kust van Nicaragua
met als eindbestemming Playa el Coca. Volgens sommige ´the gold coast´ van Nicaragua en volgens andere ´het Mekka´ van Centraal Amerika. Dergelijke propaganda kun je niet negeren en dus besluiten
wij na aankomst in San Juan del Sur meteen verder te reizen naar deze wonderlijke plek. Dat het asfalt ophoudt en dat wij zwetend ingeklemd zitten tussen de locals en kippen is een kleine
opoffering voor ´de plek´ waar jaarlijks duizenden schildpadden aan land komen om hun eieren te leggen. Vol verwachtingen stappen wij dan ook uit in Playa el Coca om meteen te realiseren dat ook
deze plaats ten prooi is gevallen aan het Amerikaans massatoerisme. Accomodatieprijzen zijn ´skyhigh´, nergens is een restaurant te vinden dat zijn culinaire hoogstandjes niet in dollars afrekent
en om de schildpadden te zien nestelen moet je een klein kapitaal neerleggen. Teleurgesteld concluderen wij dat wij dit stukje paradijs niet kunnen betalen. ¨Lieve schildpadden, jullie zullen het
zonder ons moeten doen¨ om vervolgens weer in de bus te stappen die ons terug naar de bewoonde wereld zou brengen. Afijn, om een lang verhaal kort te maken we hebben daar gewacht tot dat we een ons
wogen maar uiteraard geen bus die ons terug kon brengen naar de bewoonde/betaalbare wereld. Aangezien op het strand slapen werd afgeraden en we toch ook iets moesten eten zat er voor ons niets
anders op dan nog verder af te dwalen van het ´Gringo Spoor´. De enige optie om weg te komen uit ´the gold coast´ was om een bus te nemen die ons naar het volgende dorp zou brengen, om precies te
zijn naar El Ostional. Een plek waar waarschijnlijk geen enkele voorbereide rugzaktoerist van heeft gehoord en welke zeker ook niet is ingespeeld op de wensen van de rugzakker.
We komen aan in een donker El Ostional omdat de stroom is
uitgevallen. Op een dergelijk afgelegen plaats is het zonder verlichting dusdanig donker dat je werkelijk geen hand voor ogen kunt zien. Er zat dus niets anders op dan onze enorm geeky hoofdlampjes
tevoorschijn te toveren en zodoende alle aandacht van het dorp op ons te vestigen. Als twee verloren dorpsdombo´s gaan wij half op de tast half op geluk opzoek naar iets of iemand waar wij de nacht
kunnen doorbrengen. Wanneer wij voor de zoveelste keer struikelen over een uit het niets opgetrokken stoeprandje worden we te hulp gestoken door een gepassioneerde dorpsbewoner die ons geklungel
niet lager kon of wilde aanzien. Vol ongeloof schouwt de jonge dorpsbewoners ons aan en vraagt zich openlijk af hoe het in vredesnaam mogelijk is dat twee ´witten´ zover zijn afgedwaald dat zij in
El Ostional zijn beland. Geduldig leggen wij hem ons falen uit en vragen hem of hij ons kan helpen. Uiteraard heeft de jonge man een tante in het dorp die nog wel een bed over heeft. Zodoende
belanden wij in een keurig roze gekleurde logeerkamer met overal kitscherige knuffeldieren ter decoratie. Wanneer we eenmaal gesetteld zijn worden wij weer opgehaald door de jonge man die zichzelf
als Camillo voorstelt. Via een kennis heeft hij vernomen dat er schildpadden op het strand van El Ostional zijn gespot en hij komt ons ophalen om ons getuigen te maken van eierenlegende
schildpadden. We worden meegenomen over een donker en verlaten strand. Wanneer we na twintig minuten lopen nog steeds niets of niemand, en al helemaal geen schildpadden, hebben gezien bekruipt ons
het vermoeden dat dit wel eens een tweede ´La Ceiba incident´ zou kunnen worden. Maar nog voordat wij onze vermoedens hebben kunnen uitspreken wordt onze achterdochtige geest getrakteerd op een
jonge Nicaraguaan die de wacht houdt bij een eieren legde schildpad. De groene schildpad is nog maar net uit zee gekropen en is nog in het proces van het graven van een nest. In die fase is het
uiterst cruciaal om het beest met rust te laten en absoluut geen licht in zijn ogen te schijnen (anders kruipt hij terug naar zee). Wij besluiten de wens van de gepassioneerde dorpsbewoner in te
willigen en blijven op gepaste afstand wachten totdat de schildpad begint met het leggen van haar eieren. Wanneer dit eenmaal het geval is mogen wij dichterbij komen en aanschouwen wij de geboorte
van 93 eieren! We mogen er zelfs een paar vasthouden omdat moederschildpad in trance is en hier toch niets van merkt. Nog vol van ongeloof van dit gratis spektakel worden wij getrakteerd op iets
dat wij absoluut niet zagen aankomen. Nog voordat moederschildpad klaar is met het leggen van haar eieren wordt zij van het nest getild en worden alle 93 eieren netjes uit het nest gevist en in een
oud T-shirt gewikkeld. ¨Die zijn voor morgenochtend bij het ontbijt¨ horen wij onze gepassioneerde dierenvriend zeggen waarna hij in de duisternis verdwijnt. Verbouwereerd als twee WNF Rangers die
net hun lootjes voor de maandelijkse Bingo hebben verloren blijven wij achter, starend naar het lege nest!
Om onze deceptie te doen vergeten worden wij de dag erna
uitgenodigd door Camillo om bij hem en zijn familie thuis te komen eten. We krijgen vers gevangen kreeft voorgeschoteld en er wordt speciaal voor ons vis gegrilld. De maaltijd, waarin Camillo ons
moest leren om kreeft te eten, was bijzonder gezellig en genereus maar het kon ons het leed van de avond ervoor niet doen vergeten. We besluiten daarom dat twee dagen El Ostional voldoende is, het
was een bijzonder interessant en authentiek vissersdorp dat ik iedereen kan aanraden maar voor ons was het tijd om verder te trekken.
Met een tussenstop in het toeristische San Juan del Sur, waar wij
heerlijk rood kleuren in de veels te felle zon, reizen wij verder af naar ons laatste land in Centraal Amerika. Met weemoed gaan we de grens met Costa Rica over omdat wij goed beseffen dat dit onze
laatste grensovergang was in een regio die ons zeer goed gezind is geweest en waar wij zeer veel van zijn gaan houden. De tropen, de warmte en het heerlijke fruit en de goedkope rum we missen het
al terwijl wij op dat moment nog in Centraal Amerika zijn. Na een overnachting in Liberia (een stad in Costa Rica) besluiten wij het uber commerciële Monte Verde in het noorden van Costa Rica te
gaan ontdekken. Via vrienden hadden wij begrepen dat Costa Rica duur zou zijn zodat wij voor aanvang naar Monte Verde voor een week aan Mac & Cheese en pannenkoeken beslag in
slaan.
Zwaar bepakt en bezakt komen wij aan in een Monte Verde waar de
zon rood boven de vallei kleurt. Rond dat tijdstip schijnt de daar woonachtige luiaard actief te worden wat ons doet besluiten om een wandelingetje te maken in de hoop dat wij het knuffelige
beestje kunnen ontdekken. We sjouwen ons uitgeputte lichaam door diepe valleien, door twee nationale parken en terug naar het guesthouse om het beest direct naast ons guesthouse te spotten. Deze
twee-tenige luiaard is wat schuw en moeilijk waar te nemen maar dat is voldoende om te zien dat het beestje, met zijn lange nagels, minder knuffelig is dan men misschien zou denken. Lang kunnen we
echter niet van het beestje genieten aangezien de Mac & Cheese op ons wacht.
Naast de luiaard is Monte Verde vooral bekend vanwege zijn
uitvinding van de ´zipline´ door het regenwoud. Ik heb mij in Laos al eens aan deze gekkigheid gewaagd maar ben toch benieuwd hoe men het in Costa Rica aanpakt. Met helm op, handschoenen aan en
klimgordel om ons middel staan wij daarom de volgende ochtend vroeg paraat om ons van hoge platforms en boomtoppen af te storen om vervolgens met en kabel naar de andere kant van de vallei te
worden ´gezipt´. Sommige afdalingen zijn dusdanig hoog boven de grond dat het vrouwelijke deel van ons reisgezelschap blij is dat sommige afdalingen in tweetallen moeten worden afgelegd. Als
doorgewinterde ´zipliner´ laat ik uiteraard niet merken dat ik soms ook van mening ben dat we soms wel erg hoog boven de vallei hangen. Echter, wanneer ik mij boven aan het platform van de Tarzan
Swing sta krijg ik het ineens heel benauwd. In plaats van netjes via een zipline naar de andere kant de vallei te zippen moet je bij de Tarzan Swing van een dertig meter hoge toren naar beneden
springen. Het begint met een 25 meter lange vrije val waarna het harnas héél plotseling hard in het kruis aangrijpt. Dat is het moment waarop de neergaande beweging wordt omgezet in een voorwaartse
om daarna te eindigen in een opwaartse beweging. De angst van de vrije val heb ik kunnen vergeten maar de striemen van het harnas in het kruis zal ik voor de rest van mijn leven als een blijvende
herinnering met mij mee moeten dragen.
We besluiten onze tijd in Monte Verde met een bezoekje aan een
vreemde boom. Deze vreemde boom is helemaal hol waardoor je hem kunt beklimmen. Deze boom is hol doordat een soort ´parasietboom´ zich als het waren over de originele boom heeft gewikkeld een
daarmee de originele boom heeft doen stikken en wegrotten. Het resultaat is een 40 meter lange, holle en houten koker die zich tot ver boven het regenwoud uit strekt. De beklimming, zonder gordels,
touwen of andere veiligheidsmaatregelen, is op sommige punten redelijk spannend doordat de boom daar dusdanig smal is dat je hem via de buitenkant moet beklimmen. Misschien is het leeftijd maar
tegenwoordig vind ik 40 meter hoog, zonder veiligheidsmaatregelen ineens spannend. Susanne blijft cool maar heeft ook nog even een momentje van angst wanneer ze op de terugweg op grote hoogte
ineens een opwaartse klimmer moet passeren. Met handig handen- en voetenwerk en het nodige ongepaste taalgebruik vindt de passage plaats waarna Susanne met trillende benen weer voet op vaste bodem
kan zetten. Beide zijn een overwinning en herinnering rijker!
En dan ineens, net zo abrupt als deze alineaovergang, zit onze
tijd in Centraal Amerika erop. We reizen terug naar Liberia waar we nog een groet uitbrengen bij de Mac Donald maar daarna is het echt gedaan in Centraal Amerika. Ruim vijf maanden hebben wij
gewoond, geleefd en beleefd in Centraal Amerika. En alhoewel Centraal Amerika ook zijn kruisjes heeft is het een stukje aarde waar wij heel veel van zijn gaan houden. De diversiteit in landschap,
de vulkanen, het prachtige stranden, de schitterende koloniale steden en het heerlijke weer, we missen het nu al.
Gelukkig eindigt onze reis niet in Centraal Amerika en beleven
wij momenteel zo mogelijk nog mooiere avonturen. Waar en wat zich nu afspeelt hoor je de volgende keer!
Hasta Luego!