You Better Belize It!!!

Naar aanleiding van eigen ervaringen durf ik te stellen dat ‘de backpacker' in zijn eigen habitat (de wereld) drie natuurlijke vijanden heeft: douanebeambten, taxichaffeurs en computers. Het leven van een rugzaktoerist zou een stuk aangenamer zijn wanneer hij zijn vijanden zou kunnen ontlopen maar net zoals elders in de natuur is het soms een noodzakelijk kwaad om je bloot te stellen aan gevaar om te overleven.

Ik weet niet of er een internationale commissie is die verantwoordelijk is voor het werelwijd aanstellen van douanebeambten maar feit is dat er wereldwijd een sterke gelijkenis is tussen de dounebeambten. Zo zijn het hoofzakelijk mannen van middelbare leeftijd met serieuze snor die grappen niet kunnen waarderen en die een ochtenhumeur hebben die tot aan bedtijd duurt. Daarboven op komt dat ze stelselmatig maling hebben aan hun eigen beroepsetiketten, het woord dienstverlening niet kennen en eigen ‘counter' en visa-stempel als product van hun eigen commerciele eenmanszaak beschouwen. Uiteraard is de grensovergang met Belize hier geen uitzondering op!

Op de grensovergang met Belize gaat het mis aan de Guatemalese zijde. De dienstdoende douanebeambte (met snor) ontvangt mij met een blik die de beeltenis van Beatrix op de postzegel opeens doet stralen. Het is direct duidelijk dat deze beambte geen zin heeft in mijn misplaatste grappen en dus leg ik mijn paspoort zonder iets te zeggen op de counter. De snor staart vervolgens naar mijn paspoort alsof ik hem vraag om een verstopte Chineze toilet te schrobben. Desondanks pakt hij het document op en ramt de gewenste ‘exit-stamp' naast de ‘entree-stamp'.Missie geslaagd, althans zo lijkt het! Bij het retouneren van het document blijkt dat de beambte ineens een stevige commissie rekent voor wat een gratis dienstverlening zou moeten zijn. Ik kijk hem glazig aan en vertel hem dat ik mijn laatste Guatemalteekse geld heb verspild aan alcohol maar dat ik hem wel een twee dagen oude pannenkoek uit mijn backpack kan aanbieden. De dounebeambte hapt niet en verstevigd zijn grip op mijn vrij essentiele stukje papier. Aangezien omkopen niet werkt probeer ik een tweede techniek, het boze oog. Mijn boze oog slaat stuk op een grimas die in American Psycho direct de hoofdrol zou krijgen. Kwaad omdat ik mij niet wil laten afzetten door een zoveelste corrupte snor hoor ik mij, geheel tot eigen schrik, roepen dat ik een geprinte bon wil van het bedrag dat ik hem moet betalen en dat ik anders mijn ambassade zal bellen. Schijnbaar schrikt de dounebeambte nog meer dan ik en geeft mij mijn paspoort, met veel Spaans gemompel, terug. De ´fee´ hoeven Susanne en ik niet te betalen maar het stelletje dat achter ons in de rij staat moet ´gewoon´ weer betalen.

Na het debacel aan de grens is onze eerste stop in Belize op Caye Caulker. Dit eilandje is èèn van de vele `Caye`s` die Belize in een Amerikaanse top-toeristenbestemming hebben omgetoverd. Madonna`s hit La Isla Bonita is gebasseerd op èèn van deze eilanden vlak voor de kust van Belize. Ik kan Madonna of het Amerikaans massa-toerisme geen ongelijk geven. Caye Caulker, met zijn mangrove bos, azuur blauwe zee en witte strand is een eiland dat uit een plaatsjesboek gescheurd zou kunnen zijn.

Veel is er niet te doen op het eiland. Het tempo op het eiland wordt hoofzakelijk bepaald door de lokale Garifuna cultuur (afstammelingen van gevluchte slaven van St. Vincent) en om het netjes uit te drukken ´dat tempo ligt niet zo hoog´. Opstaan, uitrekken, biertje drinken, zwemmen, biertje drinken enz, je wordt bijna moe van al het niets doen. Desondanks vermaken wij ons uitstekend en passen ons zeer graag aan de lokale levenstijl aan. Om toch nog enigzins onderscheid in de dagen te maken onderbreken wij de routine door een dag te gaan snorkelen en duiken. Susanne die nog geen duikbrevet heeft, test haar zeebenen op een idyllyische zeilboot die haar langs de eilanden brengt. Onderweg wordt er af en toe gestopt om te snorkelen boven koraalrif of om te zwemmen met haaien en roggen. Het kan niet anders dan aan de aanwezige alcohol hebben gelegen dat dat laatste geen bezwaar heeft gevormd voor Susanne om het water in te gaan. Vol verhalen, met een iets wat overstrekte glimlach en een sterk verminderde motoriek krijg ik voorgeschoteld hoe lekker haar fish-steak was geweest en hoe vreselijk veel beesten zij wel niet gezien heeft.

Zelf ben ik die dag gaan duiken bij de Blue Hole. De` Blue Hole` is een zeer bekende duikplek die wordt belicht in de documantaires van Jaques Cousteau en die veelvuldig dienst doet als marketingtool op de toersitenposters van Belize. De Blue Hole is een perfect ronde onderwater grot (cenote) met enorme stalagmieten waar hamerhaaien de dienst uitmaken. Hier duiken had een enorm spectakel moeten worden maar een binnen waaiende orkaan gooide enigszin roet in het eten. Acht meter hoge golven beuken continue op het weerloze duikbootje en slaan uiteindelijk het zijdeurtje uit de boot. Elke golf vult het bootje met water en slingert bemanning en crew over het dek. Het duurt dan ook niet lang voordat een flink deel van de bemanning de vissen `Rice & Beans` van de avond te voren voert. Wanneer het ook nog eens onophoudelijk begint te regen en de wind verder toeneemt is de catastrofe compleet. Wat een hoogtepunt had moeten zijn eindigd in een kleine ramp maar er is wel gedoken met dolfijnen wat dan weer een hoop goed maakt.

Omdat Belize onze verwachtingen overtreft besluiten we na Caye Caulker een aantal extra stops in Belize in te gelasten. Zo belanden wij in het nauwelijks toerisitische Maya Center dat grenst aan het natuurreservaat Cockscomb. Dit dorpje, midden in de outback van Belize, is bekend vanwege zijn tropische regenwoud en populatie jaguars. We zijn hierheen gekomen om `Wildlife` te spotten. Bepakt en onbezakt in tropenkostuum trekken wij er de dag daarna dan ook op uit. Het is alleen niet onze stijl om beslagen ten ijs te komen (zover dat uberhaupt kan in de tropen) waardoor een aantal primaire tropische levensbehoeften ontbreken. Zodoende lijden wij honger en dorst en worden we opgegeten door muskieten en andere insekten omdat onze repellent bij aankomst op bleek te zijn. Tijdens het `hiken` worden we getrakteerd op mieren, termieten , muskieten, een kalkoen en een onverweldigende afwezigheid van wildlife. Teleurgesteld liften we daarom aan het einde van de dag met een Amerikaans gezin terug naar ons guesthouse.

Het guesthouse compenseerd waar Cockscomb te kort schoot. Net na zonsondergang zitten wij in de kantine nog na te zweten wanneer er net naast Susanne een gigantische spin uit het rietendak op tafel valt. Het lijkt mij onnodig om haar reactie te beschrijven maar ik kan zeggen dat ik blij was dat ik mijn flesje Cola in mijn hand had. Wanneer het gegil enigszins afneemt kraamt het vijfjarige zoontje van de eigenaresse ¨ Tarantula, Tarantula!!!!¨. Hoewel ik geen verstand van spinnen heb wist ik zelfs dat de giagantische spin die wij zagen geen Tarantula was. Het jongentje refereerde echter niet naar de spin die Susanne angstvallig probeerde te vermijden maar naar het grote, zwarte, harige beest dat net naast haar op de wand van de kantine zat.

Een kort rukje met haar hoofd in de richting van de nog grotere Tarantula vlak naast haar, leidde tot èèn seconde van diepe stilte waarna het hele circus weer opniew startte. (De eerste spin bleek achteraf een relatief onschuldige, maar grote Wolfspin te zijn).

Toen de rust eindelijk weer was teruggekeerd en wij gezellig met een lekkere avondmaaltijd film zaten te kijken kwam het finale drama dat ons de volgende dag deed vertrekken. Vanonder het tafellaken kwam, op enkele centimeters afstand, ineens een stevig uitgevallen schorpioen tussen onze knieen omhoog gekropen. Het betrof hier een uiterst giftig exemplaar dat zelfs de staff van de kantine deed opschrikken. Dit bleek de genadeslag te zijn. Het is dan ook niet geheel verwonderlijk dat ik kort daarna, niet geheel tegen mijn wil in maar zeker zonder inspraak, mijn tas aan het pakken was om de volgende ochtend vroeg naar de bewoonde wereld te vertrekken.

De volgende ochtend bleek de noodzaak om snel weg te komen dusdanig groot dat we het openbaarvervoer links hebben laten liggen en ons leven in de waagschaal hebben gesteld door te gaan liften. Al snel kregen we de gewenste lift van een bijzonder vriendelijk Texaanse vrouw die ons helemaal naar de plek van bestemming wilde rijen, nice!!!!De plek van bestemming was in dit geval Placencia, een toeristische badplaats op een schiereiland van Belize. Hier vullen wij onze dagen met opstaan, de straat oversteken en neerstorten op het direct aan het guesthouse gelegen witte strand. Het is geen slechte plek om bij te komen van al het natuurgeweld maar de toch al hoge prijzen in Belize gaan hier helemaal door het dak. Om een beetje op de kleintjes letten leven we gedurende ons verblijf in Placencia op een dieet van Mac & Cheese, Snickers en water.

Dit leed delen wij met een Canadees stel waarmee wij elke avond vanaf ons dakterras naar de ondergaande zon en de dolfijnen in de baai staren.

Na een aantal mooie dagen zonnen in Placencia is het tijd om verder te trekken naar onze laatste bestemming in Belize. Zo doende pakken wij de bus naar het meest zuidelijke puntje van Belize alwaar we de boot over de golf van Honduras terug naar Guatemala zullen pakken.

We komen aan in Punta Gorda, een typisch grensdorp. De stad is bezaaid met afval en wordt behuisd door ongure types die er een gewoonte van hebben om je vast te grijpen wanneer ze een dollar van je willen. Als ´s avonds blijkt dat de stad een verzamelingplek van klaplopers, dronken zeelui en prostituees is en wij jaloers zijn op mensen die een spartaanse kamer hebben, besluiten wij hier niet meer dan èèn nacht te blijven. te zijn.

Zo doende sta ik de volgende ochtend wederom oog in oog met weer een nieuwe snor die weer geld van mij wil hebben!

Adios,

PS: de verklaringen waarom taxichauffeurs en computers tot de natuurlijke vijanden van backpackers zijn houden jullie te goed.

Reacties

Reacties

Jantien

Wat een heerlijk verhaal weer! Ik doe maar even net alsof ik niks heb gelezen over dolfijnen, potverdorie!

Gjalt, wat fijn dat je een echte wereldreiziger van mijn vriendinnetje aan het maken bent!

Jantien

Oja, svp nieuwe foto's!

Gjalt

@Jantien..... wordt geregeld!

Laura

Zwemmen met haaien?! Gjalt, what did you do to my sister?!!! Gelukkig is ze nog wel bang voor schorpioenen en tarantula's...that's my girl! Maar zwemmen met dolfijnen is our thing sis! Ik ga in april weer naar Hurghada, dus sowieso dat ik OOK met anderen ga dolfijnen zwemmen....staat het tenminste 120938123-01 (suus vs. lauw)

anja

gweldig verhaal gjalt en wat een moed! wij hebben ooit suus met muis live meegemaakt, dat was al gillen (letterlijk). ga zo door met schrijven!

Marloes

Gjalt, heb je de tweede keer wel moeten betalen bij de snor?
Leuk verhaal, heb een zeer goed beeld bij een gillende Susanne, is echt zeer vermakelijk :P (sorry Suus)
Ondank alle schorpioenen, spinnen en haaien nog geen zin om terug te komen ;)?
xx Loes

annelous

haha wat een super verhaal weer! zag het helemaal voor me en lag echt in een scheur! Ik kijk nu al uit naar het verhaal over de computers en taxichauffeurs! :)

xxx annelous

p.s super gave foto's weer!

Patricia

Super om die verhalen te lezen!
Nou, hier schijnt vandaag ook een klein zonnetje, maar ik ben jaloers hoor, hihi ...

x Patricia

Esther

Wat adrem om naar een bon te vragen!

Suus wat een held ben je dat je nog overnacht hebt tussen spinnen en schorpioenen!

Ik ben onder de indruk!

Ben benieuwd naar het verhaal over de computers (taxi chauffeurs kan ik me wel iets bij voorstellen)

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!